Interculturele Communicatie

Presentaties BA-cursus, blok 2 2013-2014, Dep. Talen, Literatuur en Communicatie, Utrecht

What the…? Zit er cocaïne in Coca-Cola?

Een bizarre vraag, want iedereen kan wel bedenken dat dit niet het geval is. Toch is dit één van de vragen in de Nederlandse versie van de veel gestelde vragen sectie van Coca-Cola. In de Engelse versie wordt deze vraag echter op geen enkele wijze gesteld. De vragen in de Coca-Cola FAQ’s (Frequent Asked Questions) zijn dus verschillend per land. Dat terwijl Coca-Cola een universeel product is voor beide landen. Mensen van verschillende culturen vragen zich dus andere dingen af over dezelfde onderwerpen.

Om een goede vertaling te maken is het verstandig dat vertalers de lokale culturele perspectieven in acht nemen. Dit leidt ertoe dat vertalingen vaak geen letterlijke vertalingen zijn van het origineel, maar andere onderwerpen aansnijden en ook andere zinsconstructies gebruiken. Dit onderzoek focust zich op dat laatste. Om die sociaal culturele verschillen tussen talen te beschrijven gebruiken we het concept ‘cultural filter’ van House (1996). Aan de hand van twee dimensies van House (2002) hebben we onderzocht op welke manier de Nederlandse en Engelse versie cultureel van elkaar verschillen. Deze dimensies zijn self vs. other en content vs. person (of adressering).

Uit een analyse van de vragen bleek dat de Engelse versie voornamelijk gericht is op de ander en bij de Nederlandse versie is het redelijk gelijk verdeeld tussen zelf en ander. Daarnaast is bleek dat beide talen meer op inhoud gericht zijn dan op adressering, waarbij de Nederlandse meer naar inhoud neigt dan de Engelse versie. Hieronder vind je een voorbeeld van het verschil tussen de versies:

Ik heb een probleem met een Coca-Cola automaat – waar kan ik dat melden? -> Self // Content
Are the screw-tops on your bottle products recyclable? -> Other // Person

Reageer: